Knieprothese en heupprothese: wat je moet weten  

Een knie- of heupprothese kan veel doen om de kwaliteit van leven te verbeteren. Bij ernstige slijtage van het gewricht kunnen pijn en bewegingsbeperkingen het dagelijkse leven behoorlijk beïnvloeden. Een knie- of heupprothese is dan vaak een goede oplossing. Maar wat houden deze operaties in, en hoe verloopt het herstel?  

Wat is een knieprothese?  

Een knieprothese vervangt een versleten kniegewricht door een kunstgewricht. Deze ingreep is vooral bedoeld voor mensen die door slijtage (artrose) veel pijn en beperkingen hebben in de knie. Bij een totale knieprothese wordt het gehele kniegewricht vervangen door kunstmateriaal. Dit zorgt ervoor dat de pijn vermindert en het been weer goed kan bewegen.  

Tijdens de operatie, die vaak enkele uren duurt, worden de versleten delen van het kniegewricht weggehaald en vervangen door een prothese van metaal en kunststof. De prothese zorgt ervoor dat de knie weer soepel kan bewegen. Na de operatie is het belangrijk om het gewricht goed te laten genezen en geleidelijk te oefenen onder begeleiding van een fysiotherapeut.  

Wat is een heupprothese?  

Net zoals bij de knie, kan ook de heup slijten door artrose. Bij ernstige pijn en moeite met bewegen kan een heupprothese een oplossing zijn. Bij een heupprothese wordt het versleten heupgewricht vervangen door een kunstgewricht, dat bestaat uit een metalen kom en een kunststof of keramische kop. Hierdoor kan het heupgewricht weer soepel bewegen zonder pijn.  

De operatie om een heupprothese te plaatsen duurt meestal één tot anderhalf uur. Net als bij de knieprothese is het herstelproces een belangrijk onderdeel van het succes van de ingreep. Na de operatie start de revalidatie, waarbij de patiënt langzaam leert om het heupgewricht weer te gebruiken en op te bouwen.  

Het herstel na een prothese  

Het herstel na een knie- of heupprothese duurt vaak enkele maanden. De eerste weken zijn meestal gericht op pijnbeheersing en het rustig laten genezen van het gewricht. Daarna begint de revalidatie, waarin geleidelijk meer beweging wordt toegestaan. Het is heel belangrijk om de oefeningen trouw te volgen, omdat dit de kans op een succesvol herstel vergroot.  

Patiënten moeten vaak leren om de spieren rond het nieuwe gewricht sterker te maken en het gewricht soepel te houden. Dit gebeurt onder begeleiding van een fysiotherapeut. Na een knieprothese kunnen mensen vaak weer wandelen en traplopen zonder pijn, en bij een heupprothese kan men meestal weer zonder problemen dagelijkse activiteiten uitvoeren.  

Conclusie  

Een knie- of heupprothese kan voor mensen met ernstige gewrichtsslijtage veel verschil maken. Het helpt om de pijn te verminderen en de mobiliteit terug te krijgen. De operaties worden steeds beter en veiliger, en de herstelprocessen zijn goed ontwikkeld. Met een goede voorbereiding, een succesvolle operatie en een geduldig herstelproces kunnen patiënten met een knie- of heupprothese vaak weer genieten van een actief en pijnvrij leven. 

Terug